Afwerkvorm 3 tegen 2 door het centrum

Share on print
Share on email
Share on whatsapp
Share on facebook
Share on twitter

Deze afwerkvorm wordt gebruikt om het uitspelen van 3 tegen 2 te trainen. De oefening is geschikt voor zowel A-junioren, B-junioren, C-junioren als D-pupillen. Als aandachtspunten kun je als trainer denken aan de volgende coachingsmomenten: dribbel in hoog tempo naar de verdediger toe,  dwing de verdediger tot het maken van een keuze,  speel de verdediger uit door middel van 1 tegen 1, door samenspel of door een combinatie van beiden. Laat je keuze als aanvaller afhangen van de keuze van de verdediger. Haalt hij de pass-lijn naar de spits eruit, speel je de bal schuin voorlangs naar de zijkant. Haalt hij de pass-lijn naar de zijkant eruit, speel je de bal op de spits en beweeg je door.

‘- Speelveld 40 meter lang en 25 meter breed.
– Aanvallers scoren: 1 punt
– Aanvallers scoren niet: 1 punt voor de verdedigers + keeper.
– Verdedigers + keeper scoren in leeg doel: 3 punten voor de verdedigers.
– Wie is het eerst bij 10 punten? Verliezer doet wat extra’s.
– Verdedigers en aanvallers wisselen na 10 punten door.
Uitspelen overtalsituatie in 3 tegen 2:
– Denk, kijk en speel voorwaarts.
– Dribbel voorwaarts naar de verdediger, pass (schuin) voorwaarts naar de medespeler aan de zijkant.
– Houdt het overzicht voor het doel door de bal terug te leggen als dit mogelijk is.
Makkelijker maken:
– 1 verdediger op ene helft, andere verdediger op andere helft.
– Verdedigers starten vanaf eigen achterlijn.
Moeilijker maken:
– Met buitenspel.
– 4 tegen 3.
Share on print
Share on email
Share on whatsapp
Share on facebook
Share on twitter