F-pupillen en E-pupillen – partijspel 5 tegen 5 met accent 1 tegen 1 aanvallend

Share on print
Share on email
Share on whatsapp
Share on facebook
Share on twitter

Bij deze oefening staat het uitspelen van een tegenstander centraal. De trainer kan hierbij de volgende opmerkingen gebruiken: maak het speelveld groot in alle richtingen (achterwaarts, voorwaarts, zijwaarts), denk, kijk, dribbel en speel in voorwaartse richting. Maak de juiste keuze tussen de individuele actie en samenspel. Gebruik de spelverplaatsing om ruimte te krijgen voor de 1 tegen 1 situatie.

Organisatie van de oefening:
– 12 spelers
– Speelveld 50/30 meter
– Terugspeelbal naar de keeper is toegestaan.
– Wie scoort het eerst twee doelpunten?
– Winnaars krijgen na gewonnen wedstrijd 1 punt.
– Verliezers krijgen niets.
Beschrijving van de oefening:
– Partijspel 4 + keeper tegen 4 + keeper
– Uit of achter? trainer speelt vanaf de middenlijn een nieuwe bal in.
Coachopmerkingen door de trainer:
– Maak het speelveld groot in alle richtingen (achterwaarts, voorwaarts, zijwaarts).
– Denk, kijk en dribbel/speel in voorwaartse richting.
– Maak de juiste keuze tussen de individuele actie en samenspel.
– Gebruik de spelverplaatsing om ruimte te krijgen voor de 1 tegen 1 aanvallend..
Share on print
Share on email
Share on whatsapp
Share on facebook
Share on twitter