B-junioren en A-junioren – afwerken na het inspelen van een middenvelder of aanvaller in 2 tegen 2 rugwaarts + buitenspel

Share on print
Share on email
Share on whatsapp
Share on facebook
Share on twitter

In balbezit staan middenvelders en aanvallers vaak met de rug naar het doel van de tegenstander en worden kort gedekt door hun directe tegenstander. Een medespeler moet het lef hebben een gedekte middenvelder of aanvaller met de rug naar het doel toch in te spelen. De rest van het team kan namelijk aansluiten naar de balbezitter en daarmee de onderlinge afstanden tussen verdediging, middenveld en aanval klein houden. De trainer kan de volgende coachopmerkingen maken: de middenvelder en aanvaller staan nooit in een rechte lijn achter elkaar, aanvaller ‘reageert’ op middenvelder, passlijnen naar middenvelder en aanvaller open krijgen.

Beschrijving van de organisatie: – Speelveld 50 meter lang en 30 meter breed. – Twee aanvallers geel. – Twee middenvelders geel. – Vier verdedigers blauw. – 1 keeper blauw. – Rest is geel en kiest rechts positie. – Puntentelling (wie scoort het eerst 10-15 punten?): *Geel scoort = 1 punt voor geel. *Geel scoort niet of geel staat buitenspel = 1 punt voor blauw. *Blauw scoort in klein doel of keeper heeft de bal klem = 2 punten voor blauw.
Beschrijving van de oefening: – Trainer passt naar speler geel. – Speler geel neemt aan met het gezicht naar de ‘diagonale’ middenvelder en aanvaller. – Speler geel passt ‘verplicht’ naar een van de twee medespelers en beweegt door. – Spelers geel spelen 3 tegen 2 uit. – Let op buitenspel!
Beschrijving van de uitvoering: – De aanvaller kan positie 9 zijn. – De middenvelder kan positie 10 zijn. – Ondersteun de ontvangende speler met bal door ‘onder’ de bal positie te kiezen. – Een diepgaande 3e man is moeilijk te verdedigen.
Share on print
Share on email
Share on whatsapp
Share on facebook
Share on twitter