D en C (onder 12, 13, 14 en 15)-Afwerken op doel met accent op de basistechnieken wegdraaien, passen, dribbelen en schieten

Share on print
Share on email
Share on whatsapp
Share on facebook
Share on twitter

Bij deze oefening staan de basistechnieken passen, wegdraaien, dribbelen en schieten centraal. De oefening wordt zowel links- als rechtsom uitgevoerd, waardoor de spelers alle handelingen met zowel het linkerbeen als het rechterbeen uit moeten voeren. De trainer kan hierbij de volgende aandachtspunten geven: de ontvangende speler staat ‘dicht’ en met zijn rug naar een passieve tegenstander of trainer; de ontvangende speler draait naar buiten weg met zijn lichaam tussen de bal en de tegenstander; wegdraaien kan zowel met binnenkant als buitenkant voet en de tegenstander kan gebruikt worden als ‘draaideur’ om daarmee de bal te beschermen.

Afstanden: – Afstand pion 1-> 2 is 15 meter. – Afstand pion 2 -> 3 is 15 meter. – Afstand schot speler 3 minimaal 15 meter. Puntentelling: – Individueel-Welke speler scoort de meeste punten in bijvoorbeeld 5 minuten? – Direct scoren is 2 puunten, scoren na rebound is 1 punt.
– Speler 1 passt naar speler 2. – Speler 2 draait naar buiten toe weg en passt naar speler 3. – Speler 3 neemt in beweging aan, dribbelt voorwaarts en werkt af. – Doordraaien: 1->2->3
Techniek: – Pass binnenkant voet met ‘zachte’ voeten zodat de bal makkelijk kan worden meegenomen. – Aannemen met ‘zachte’ voeten door de voet van de grond te halen en het onderbeen te buigen. – Wegdraaien met binnenkant links of buitenkant rechts door de voet tegen de bal te ‘plakken’ en de bal mee te vegen. – Wegdraaien met buitenkant links of binnenkant rechts door de voet tegen de bal te ‘plakken’ en de bal mee te vegen.
Share on print
Share on email
Share on whatsapp
Share on facebook
Share on twitter