Positiespel 6 tegen 6 + 2 neutrale spelers accent op aanvallen

Share on print
Share on email
Share on whatsapp
Share on facebook
Share on twitter

Het positiespel wordt gebruikt om het langdurig spelen op balbezit te kunnen verbeteren. Als aandachtspunten kun je als trainer denken aan: veldbezetting en optimaal gebruikmaken van de ruimte (speelveld groot maken in alle richtingen), spel verplaatsen naar de vrije ruimte, kiezen voor de korte of de lange pass onder druk van een of meerdere tegenstanders, denk/kijk/pass vooruit, coachen van medespelers (geef de bal een boodschap mee).

‘- Speelveld 60 meter lang en 40 meter breed.
– Beperking in het aantal keer raken (bijv. maximaal 2x raken of verplicht 2x raken).
– Bij uitbal het spel hervatten met een nieuwe bal bij de andere paarse speler.
Aandachtspunten
– Speelveld groot maken en houden in alle richtingen.
– Denk, kijk en speel voorwaarts onder druk van een tegenstander.
– Speel op het juiste been van de medespeler in zodat deze gemakkelijker het spel kan voortzetten.
– Coach de bal na.
Makkelijker maken?
– Speelveld groter.
– 6 tegen 6 + 3 neutrale spelers (1 in het midden).
– 6 tegen 6 + 4 neutrale spelers (2 in het midden, 2 aan de zijkant).
Moeilijker maken?
– 1x raken
– Beperking in de volgorde van passen (bijv. verboden terug te spelen).
Share on print
Share on email
Share on whatsapp
Share on facebook
Share on twitter